Vader gezocht met varkensneusje

Jael is dochter van een lesbische moeder en een zaaddonor. Ze worstelt met vragen over haar afkomst: wie is mijn biologische vader en … lijk ik op hem?

Toen Jaël nog klein was, vertelde haar moeder dat, wanneer je een zaadje plant en deze goed verzorgt, het zaadje verandert in een bloem. En dat Jaël ook zo’n mooie bloem is. En toen Jaël ouder was, vertelde haar moeder dat ze van vrouwen houdt en dat ze zaadjes moest halen om een kindje te krijgen, omdat twee vrouwen samen geen kinderen kunnen krijgen. Nu is Jael 13. De tijd van verhalen over bloemen en zaadjes is voorbij. Jaël wil gewoon weten wie haar donorvader is.

” Ik wil het gewoon weten, weten wie hij is en of ik op hem lijk.” Jaël is 13 jaar en pas op haar 16e krijgt ze de gegevens van haar donorvader.  Maar Jaël wil niet wachten:  ze is heel erg bezig met wie ze is en waar ze vandaan kom. Ze voelt een soort leegte. Daarom probeert ze toestemming te krijgen om hem nu al te ontmoeten: een psychiater moet beslissen of Jaël er aan toe is om haar donorvader eerder dan haar 16e te ontmoeten.  Jaël’s lesbische moeder steunt Jaël op alle manieren. Intussen fantaseert Jaël er flink op los. Hoe zou hij er uit zien? En wat voor type zou het zijn? Ze weet alleen dat haar donorvader Indonesisch is. Daarom worden alle Indonesische mannen- met van die leuke varkensneusjes- met grote aandacht bestudeerd….